Wanneer je een instrument leert spelen ga je eerst liedjes van andere artiesten naspelen voordat je een eigen compositie schrijft. Dit is niet anders met beeldtaal en vormgeven.
En net zoals je voor het bespelen van een muziekinstrument een muzikaal vocabulaire opbouwt, moet je dat voor beeldtaal en vormgeven ook doen. Maar hoe doe je dat?
Stap 1 | Wees nieuwsgierig
Nieuwsgierigheid is de eerste stap en speelt ook in de volgende stappen een grote rol. Kijk om je heen, let op details en stel jezelf vragen.
Waarom vind ik dit mooi? Waarom ziet iets eruit zoals het er uit ziet? Waarom werkt iets of juist niet? Waarom worden dingen op een bepaalde manier gedaan? Hoe ontstaat dit of hoe wordt het gemaakt? Welk proces heeft het doorlopen? welke keuzes zijn er gemaakt? en waarom? etc.
Dit klinkt misschien als veel werk en je kan hier speciaal tijd voor vrij maken door bijvoorbeeld naar exposities en musea gaan, maar je kunt het ook gewoon doen wanneer je naar school of je werk reist of in de rij staat bij de supermarkt.
Door goed om je heen te kijken naar dingen die je opvallen of die mooi vindt en op de details te letten bereid je jouw visuele vocabulaire langzaam uit. Je kan al deze nieuwe ideeën, vormen, kleuren, technieken, etc. alleen in je hersens opslaan, maar soms helpt het ook om het vast te leggen in een dummy (een schetsboekje wat je altijd bij je hebt) zodat je er later weer door geïnspireerd kan raken mocht je het onverhoopt toch vergeten ;).
Misschien dat de informatie niet iets is waar je direct iets mee kan, maar later heb je een grotere bron om uit te putten en kan je sneller nieuwe (visuele) verbindingen leggen.
Stap 2 | Verdiep je in de basis
Net als het spelen van een muziekstuk op een gitaar bijvoorbeeld kan je dat alleen doen wanneer je de basis van het bespelen van de gitaar onder de knie hebt.
In het geval van beeldtaal/ vormgeving kan dit zijn dat je de belangrijkste instellingen van je spiegelreflexcamera kent en in de basis weet hoe sluitertijd en diafragma werkt of dat je de basisgereedschappen van Photoshop onder de knie hebt bijvoorbeeld.
De basisprincipes kennen en beheersen van de hulpmiddelen die je wilt gebruiken is erg handig en helpt je sneller een beter resultaat te bereiken.
Stap 3 | Analyseer en leer
Je hebt een algemeen visueel vocabulaire opgebouwd en je kent de basistechnieken van de gereedschappen die wilt gebruiken. Maar nu wil je iets maken binnen een bepaald genre. Hoe pak je dat aan?
Zoek eerst een aantal goede voorbeelden van uitingen binnen dat genre en analyseer deze. Belangrijk hierin is dat je kritisch bent, goed kijkt en de ‘En waarom?’ vraag vaak stelt.
Zoiets als dit:
Waarom is dit een goed voorbeeld van een uiting binnen het genre en waarom? Wat is het doel van de uiting? Bereikt het zijn doel en waarom wel of niet? Welk verhaal wordt er verteld? Hoe wordt het verhaal verteld? Uit welke elementen bestaat de uiting? Welke vormen, beelden, lijnvoering, kleuren en/of typografische stijlen wordt gebruikt en waarom? Hoe is de compositie opgebouwd? Wat is de hiërarchie in de elementen? Hoe loopt de kijkrichting en waarom? etc.
Het precies namaken van een uiting is een goed hulpmiddel bij de analyse. Een uiting precies namaken helpt je beter kijken en begrijpen hoe de uitingen is opgebouwd en hoe de verschillende elementen zijn toegepast en met elkaar in verband staan. Deze oefening bereidt jouw visuele vocabulaire verder uit binnen dit specifieke genre en geeft je meer mogelijkheden wanneer je iets eigens maakt in het genre. Daarnaast krijgt jouw eigen creatie sneller een professionele uitstraling omdat je meer inzicht hebt in hoe dit door andere professionals wordt aangepakt.
Stap 4 | En nu zelf!
Na de analyse ben je klaar om zelf een eigen uiting te maken binnen het gekozen genre! Gebruik de lessen die je geleerd hebt uit het analyseren van de voorbeelden als inspiratie en probeer deze toe te passen in je eigen uiting zonder dat het een directe kopie wordt van één van de voorbeelden.
Succes!